Translate

Saturday, October 19, 2024

Wordt Veranderd

 Enige tijd geleden keek ik naar een uitzending van The Hour of Power. Bobby Schuller, de predikant, interviewde een zekere Sharon Dutra. Deze vrouw vertelde dat ze in haar jeugd volkomen aan lager wal was geraakt en dat ze in de gevangenis belandde. Daar kwam ze tot bekering, toen ze weer vrijkwam ging ze Bijbellessen geven aan voormalige lotgenoten. Die lessen bundelde ze samen in het boek “Be Transformed”. Het boek is inmiddels vertaald in het Perzisch, Spaans en Japans. Het wordt in veel Bijbelkringen gebruikt. Het is uitermate geschikt om het in Bijbelbesprekingen te gebruiken maar het kan ook heel nuttig zijn bij individuele studie.

Ik was zo onder de indruk van haar verhaal dat ik besloot het boek in het Nederlands te vertalen.

Ik benaderde haar en ze was meteen enthousiast. Het boek is nu verkrijgbaar onder de titel: “Wordt Veranderd” bij Wordt Veranderd: Door de Geest van de Levende God : Dutra, Sharon, ZUYDERDUYN, JOHN: Amazon.nl: Boeken

Een interview met Sharon Dutra door Bobby Schuller vind je hier (op 8 minuten en 10 seconden) Een blij leven - Hour of Power

Beslist de moeite van het bekijken waard.

Thursday, August 31, 2023

Het belang van de Apostolische Geloofsbelijdenis

Inleiding.

Ik ben opgegroeid in een religieuze gemeenschap die zich als de Ware Kerk beschouwde. Dat zei men niet maar dat bleek doordat men elke andere kerk op de leer of de praktijk bekritiseerde. Toen ik zelf over deze dingen na ging denken kwam ik alras tot de conclusie dat dit niet waar kon zijn.
Na verloop van tijd begon ik te zoeken naar een kerk met een leer en praktijk overeenkomstig de onderwijzingen van Christus en de Apostelen. Dat viel niet mee want op elke kerk valt wel iets aan te merken. Er bestaat geen zichtbare Ware Kerk. Wel een onzichtbare Ware Kerk, bestaande uit ware gelovigen tot welke denominatie ze ook behoren. Maar wat is nu een ware gelovige? Iemand die het Ware Geloof belijdt. En wat is dan het Ware Geloof? De beginselen van het christelijk geloof zijn te vinden in de Bijbel en vooral in het Nieuwe Testament.
Er ontstond na de tijd van de Apostelen de behoefte aan een samenvatting van het christelijk geloof. Uit het voorgaande blijkt dat de Apostelen niet betrokken zijn geweest bij het schrijven van die samenvatting, het Apostolicum. Rond het jaar 170 AD schreef Ireneüs van Lyon een eerste versie. In de 8ste eeuw verscheen een volledige versie, geschreven door Pirminus (670-753 AD).
Een ware gelovige is iemand die, blijkens diens levenswandel, met hart en ziel de Apostolische Geloofsbelijdenis onderschrijft en een volgeling van Christus is. Als iemand dit doet dan behoort diegene tot de Onzichtbare Ware Kerk.
De Apostolische Geloofsbelijdenis wordt door vrijwel alle christelijke kerken onderschreven.

De Apostolische Geloofsbelijdenis of de Twaalf Artikelen des Geloofs.

  1. Ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper des hemels en der aarde.
  2. En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onzen Heere;
  3. die ontvangen is van den Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria;
  4. Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven,
  5. nedergedaald ter helle, ten derde dage wederom opgestaan van de doden;
  6. opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders;
  7. vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.
  8. Ik geloof in den Heilige Geest.
  9. Ik geloof in één heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen;
  10. vergeving der zonden;
  11. wederopstanding des vleses;
  12. en een eeuwig leven.
Amen.

Toelichting:

Art.1. Men gelooft in een persoonlijk God, Hij is immers de Vader. Hij is almachtig en heeft de kosmos en alles wat die bevat, geschapen. Hoe dat is gebeurd staat in het eerste hoofdstuk van Genesis. Het kan zijn dat een gelovige dit verhaal als een dichterlijke beschrijving ziet. Als dat zo is weet men niet hoe dat in zijn werk is gegaan. Vast staat echter dat God de Schepper, de oorsprong van alles is. Dat is geen onwetenschappelijke aanname. Als men de ongelofelijke complexiteit van de schepping beziet en de orde ervan, dan moet men tot de conclusie komen dat hierachter een onmetelijk brein zit. Het idee dat het universum en al wat het inhoudt, ontstaan is door toeval en tijd, is niet houdbaar. Als men vast in dit artikel gelooft, dan doet het er niet toe of men de geschiedenis van Genesis in de letterlijke zin aanhoudt of niet. Men moet elkaar op dit punt niet veroordelen.

Art. 2. Men gelooft in Jezus Christus, de Zoon van God. Hij, de Zoon, is onze Heere en wij vereren en volgen Hem. Hoe we Hem moeten volgen leren we door dagelijks de Bijbel te lezen en te bidden. Een sleutelwoord bij het volgen van Jezus is liefde. Hebt uw naaste lief als uzelf. En: Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen.

Art. 3. Christus is geboren uit een maagd. Maria had geen geslachtelijke omgang met een man. Het kind dat zij baarde was van goddelijke oorsprong, Het is essentieel dat men dit werkelijk gelooft, hoe kan men dan anders geloven dat Jezus God's Zoon is en dat hij een goddelijke missie had.

Art. 4. Dit artikel bevestigt dat de kruisiging een historisch feit is en dat Jezus aan het kruis gestorven is en daarna begraven. Wie daarover twijfel zaait kan geen christen zijn.

Art. 5. Christus heeft voor ons de straf gedragen die wij verdienden. Hij stond op uit de doden, daarmee bewijzend dat HIj macht heeft over leven en dood. Dit is een zeer belangrijk feit. De Apostel Paulus wijdt er in 1 Korinthe 15 een hoofdstuk aan. Hij schrijft hier over de opstanding der doden. Paulus zegt eigenlijk als er geen opstanding zou zijn dan zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen.

Art.6. Christus bevindt zich nu in de hemel bij zijn Vader. Waar die is en hoe het er precies uitziet zullen we later ervaren wanneer we er arriveren.

Art.7. Het gaat hier om Zijn wederkomst en het oordeel dat dan volgt. Het is goed om te beseffen dat Hij dan oordeelt. Het oordeel is ons nu niet gegeven.

Art. 8. Het geloof in de Heilige Geest, wiens komst door Christus is aangekondigd, is een essentieel onderdeel van het christelijk geloof. De Heilige Geest behoort tot de Drie-eenheid, God de Vader, Jezus Christus de Zoon en de Heilige Geest. De Apostel Paulus schrijft in de eerste brief aan de gemeent in Korinthe, dat wij de Heilige Geest ontvangen zodra wij Christus als onze Redder aanvaarden en in Hem geloven. We moeten ons door de Heilige Geest laten leiden, want zo zegt de Apostel Paulus ergens anders: "Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe". (Efeze 1:13-14).

Art. 9. De algemene, heilige, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen, wordt gevormd door de onzichtbare ware kerk. Die onzichtbare ware kerk bestaat uit ware gelovigen, onverschillig tot welke denominatie ze ook behoren.

Art. 10. De vergeving der zonden is een essentieel onderdeel van het christelijk geloof. Christus diende door Zijn kruisiging, als zoenoffer voor onze zonden. Iemand die Christus aanvaard heeft als zijn redder en daar naar leeft, worden diens zonden vergeven.

Art. 11. Wederopstanding des vleses. Dat betekent dat de doden zullen opstaan om het oordeel te ondergaan.

Art. 12. Het eeuwig leven met Christus wacht de gelovigen. De ongelovigen wacht een eeuwige straf.

Het bovenstaande moet men niet beschouwen als een soort checklist waarmee men anderen kan beoordelen. Het kan wel dienen voor ernstig zelfonderzoek.

De Bijbel bevat veel meer dan de Apostolische Geloofsbelijdenis, die een samenvatting van het geloof is. Er zijn zaken waarover de Bijbel zich niet eenduidig uitspreekt, bijvoorbeeld de voorkeur voor de kinderdoop of de volwassendoop. Ook het Apostolicum doet dat niet. De kwestie van de doop kan dus eigenlijk geen aanleiding tot een kerkscheuring zijn.

De Bijbel is wel duidelijk over zaken die het Apostolicum niet noemt. Het is duidelijk dat we de lijn van de Bijbel moeten volgen. Een voorbeeld is homoseksualiteit, een controversieel onderwerp. De Bijbel veroordeelt dit. Het gaat hierbij niet in de eerste plaats over de persoon maar over de praktijk. Ook heteroseksuelen kunnen een levensstijl hebben die de Bijbel veroordeelt.

Een homoseksueel die zich van de praktijk onthoudt kan een eerzaam lid zijn van een christelijke gemeente. Dat geldt ook voor een heteroseksueel met een sterke drang naar ontoelaatbare seksuele relaties, zolang deze er niet aan toegeeft.

Wanneer men deze principes volgt dan kan men niet aanvaarden dat een homoseksuele predikant met diens gelijkgeaarde partner samenwoont in de parochie.

Tenslotte.

Kerken en geloofsgemeenschappen die het Apostolicum expliciet of impliciet onderschrijven dienen elkaar te respecteren en als gelijken te aanvaarden. Schrapt men één of meerdere artikelen dan behoort men niet tot de Onzichtbare Ware Kerk (voor zover men daar qua leer en praktijk al toe behoorde). Kerken en geloofsgemeenschappen die dogma's of praktijken accepteren die tegen de Bijbel ingaan, sluiten zichzelf buiten.
Voor individuele christenen geldt hetzelfde.





Saturday, July 8, 2023

Over Christelijke Politiek

 Over Christelijke politiek. Hierover stelde ik mijzelf jaren geleden twee vragen: Kan een individuele christen aan de politiek deelnemen? Is het mogelijk om als christenen onder de naam van Christus een politieke partij te besturen? Om hierop een antwoord te kunnen geven moet men eerst vaststellen aan welke voornaamste beginselen een christen zich moet houden. Dit valt grotendeels samen te met “Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf”. Daaruit valt het een en ander af te leiden:

  • Eerbied voor het leven.

  • Eerlijkheid.

  • Barmhartigheid.

  • Rechtvaardigheid.

  • Integriteit.


Een individuele christen kan, zich houdend aan deze principes, als onafhankelijke, of binnen een tolerante seculiere partij, aan de politiek deelnemen. Maar bij voorkeur niet optredend als christelijk politicus.

Voor een christelijke partij ligt dat anders. Men opereert hoe dan ook onder de naam van Christus. Diens naam mag niet bezoedeld worden.

Dat is slechts mogelijk wanneer men handelt als getuigenispartij. Een voorbeeld daarvan vond ik het Gereformeerd Politiek Verbond. De fractievoorzitter was Piet Jongeling, tevens hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad. Godfried Bomans interviewde Jongeling en was zo onder de indruk van ‘s mans integriteit dat hij zei dat hij op hem ging stemmen.

Een ander voorbeeld is de SGP, mits de fractievoorzitter niet al te vaak op de achterbank van de dienstauto van de MP belandt. Arnon Grunberg mocht een tijdje meelopen in de fractie van de SGP. Hij mocht overal bij zijn en alles inzien. Niets werd voor hem verborgen gehouden. Volgens Grunberg is er geen enkele andere partij die hem die vrijheid zou geven.

In de beginjaren van de CU, ontstaan door het samengaan van GPV en RPF, had die ook het karakter van een getuigenispartij. Ik stemde er toen op. Onder de voortreffelijke leiding van Andre Rouvoet, groeide de partij. Men nam deel aan het kabinet Balkenende IV vanaf 2007. Het leek wel redelijk te gaan. In 2010 werden er intern twijfels geuit over het christelijk profiel van de partij. In 2011 vertrok Rouvoet om tot mijn verbazing voor de gezamenlijke ziektekostenverzekeringen te gaan werken. Ik kan het idee van marktwerking in de zorg niet goed rijmen met het christelijk/sociale karakter van de CU. Daarna nam mijn vertrouwen in de partij geleidelijk af.

In 2017 trad de CU toe tot het Kabinet Rutte III. De bonnetjes affaire (Rutte II) was voor de CU kennelijk geen bezwaar.

De affaire over de afschaffing van de dividendbelasting, het kabinet beweerde dat er tijdens de formatie geen documenten over werden gebruikt. Toen er later toch memo’s over opdoken, kon het kabinet, bij monde van Rutte er zich niets van herinneren. Ook Segers stond er desgevraagd over te draaien.

Het optreden van minister Schouten bij het EU verbod op de puls visserij (een grote verbetering door milieuvriendelijk vissen) was teleurstellend. De puls vissers hadden een gerechtvaardigde grief. Ze had Rutte moeten dwingen om het verbod door de EU hoe dan ook te blokkeren, met de dreiging van een kabinetscrisis. De politieke virtuoos Rutte had de EU wel op andere gedachten weten te brengen.

Na de val van Rutte III door de toeslagenaffaire liep de formatie over in het volgende schandaal: Omtzigt, functie elders. Geen belemmering voor de CU om toe te treden tot het kabinet Rutte IV.

Voorts wiste Rutte jarenlang dagelijks sms'jes van zijn telefoon zodat potentieel belangrijke informatie niet gearchiveerd werd. Hij kwam er weer mee weg. Van de CU geen noemenswaardige reactie.

Wat ik met deze opsomming wil zeggen is dat men als oprecht christelijke partij begint, maar als men de macht gaat delen men in een sfeer van manipulatie en bedrog getrokken wordt. Toen het gedraai en gelieg van de MP voor de eerste keer duidelijk werd, had de CU de MP moeten dwingen de waarheid te zeggen of uit het kabinet moeten stappen. Ik begrijp heus wel dat volstrekte openheid van een kabinet niet mogelijk is, maar die noodzakelijke geslotenheid hoeft niet perse tot leugens te leiden.

Zie voorts de verwording van het CDA.

Mijn conclusie is dat een christelijke partij het beste een getuigenispartij kan blijven. Macht corrumpeert.


Saturday, November 19, 2022

 Hersenloos volgen van regels.

Een 88-jarige weduwe kreeg pech met haar scootmobiel. Ze belde een bedrijf en dat constateerde een defecte accu. Ze liet er een nieuwe accu inzetten en betaalde 680 euro. Vervolgens belde ze de gemeente om dit bedrag vergoed te krijgen. Dat kon niet, de ambtenaar zei: "Uw scootmobiel is nu 11 jaar oud dus kunnen wij u een nieuwe voor 4000 euro aanbieden.

De eerste idioterie: Mevrouw is 88 jaar oud, de kans is reëel dat die 680 euro voor de haar resterende jaren, een welbestede uitgave is.

 Mevrouw stemde in maar intussen informeerde ze bij een plaatselijke welzijnswinkel wat een nieuwe scootmobiel kost. 3000 euro. Ze belde de gemeente en vroeg of ze de scootmobiel van 3000 euro kon kopen. Dat kon niet want men had een contract met een bepaalde leverancier.

De tweede idioterie: is de gemeente werkelijk niet in staat om als grootverbruiker een contract af te sluiten met een inkoopprijs lager dan 3000 euro? Dat bedrag is immers de verkoopprijs bij de welzijnswinkel. Stel een inkoopprijs van 2500 euro, dan betaalt de gemeente 1500 euro per scootmobiel te veel. Toch geen kleinigheid. Of zouden een voor de client een niet zichtbare korting bedingen?

 De gemeente maakte 4000 euro naar mevrouw over en de door de gemeente gecontracteerde leverancier leverde de scootmobiel bij mevrouw af, die de leverancier betaalde. Nu had ze 2 goed werkende scootmobielen. De oude kon ze niet bij de gemeente inleveren.

De derde idioterie: Waarom laat de gemeente niet een depot inrichten, door een sociale werkplaats bijvoorbeeld, waar men gebruikte scootmobielen opslaat en onderhoudt? Heeft iemand een scootmobiel nodig dan eerst leveren vanuit het depot. De gemeente betaalt dan de prijs voor een tweedehands scootmobiel met een redelijke winstopslag voor de sociale werkplaats (of een andere ondernemer die hier brood in ziet). Gaat die scootmobiel stuk, dan krijgt de gebruiker een nieuwe, uiteraard voor een redelijke nieuwprijs. Het komt mij voor dat veel scootmobielen vrijkomen voor het verstrijken van de technische levensduur, omdat de gebruiker overleden is. Er moet dus een markt zijn voor tweedehands scootmobielen.

De weduwe is mij persoonlijk bekend en de gemeente ken ik ook. Die gegevens houd ik voor me. Vraag er dus niet naar. 

Sunday, August 25, 2019

The reliability of the New Testament (3)

In two previous articles,(first articlesecond article) I came, with ample logical arguments, to the following conclusions:
  1. The apostles and a few disciples (Luke and Mark) wrote the books of the New Testament, perhaps with one exception: the epistle to the Hebrews.
  2. The early Christians copied the epistles; the next generations of missionaries distributed them throughout the Roman world.
  3. There is convincing evidence that the text we have now have before us in the New Testament, is the same text the first generations of Christians read.
The next question is: are the apostles themselves reliable enough to be trusted? The twelve disciples (later called apostles) walked with Jesus for about three years through the Holy Land and were eyewitnesses of what he taught and of the miracles he performed.
They witnessed the betrayal by Judas Iscariot (one of them), the arrest, prosecution, conviction, and crucifixion of Jesus. After three days, Jesus rose from the dead. He appeared alive and well before his disciples. On several instants, he ate and spoke with them.
Eventually, he ascended to heaven. His disciples and a multitude of followers witnessed this phenomenon. The Gospels, the Acts of the Apostles and the Epistles refer to these events.

Did the apostles themselves believe these stories?

After Jesus' ascension to heaven, the apostles began to spread the gospel and started to organize the church. They met with severe opposition from the authorities. The spiritual leadership of the people even incited the people to stone one of the apostles to death. Despite the persecution, the church grew spectacularly. The new believers were all contemporaries of Jesus. They were acquainted with the events referred to by the apostles. The apostles and their converts had nothing to gain materially from the gospel. On the contrary, they had everything to lose.
Paul's shipwreck at Malta
Why should they put their lives and property in jeopardy for something they did not believe? It was not too difficult for the converts to believe the testimony of the apostles, because they witnessed the events themselves.

How did the church develop outside Jerusalem?

The persecution became worse and worse. Many believers fled from Jerusalem to the countryside. Instead of keeping their heads down, they began to spread the gospel there. One does not expect this kind of behavior from downtrodden refugees. After losing their homes and livelihoods, they still kept their faith because they knew it to be true.
The new converts in these regions must have seen the works of Jesus or certainly must have heard of them.

The apostles spread the gospel in the rest of the Roman world.

Some of the apostles went abroad to bring the message of Jesus Christ to Jews living there and to non-Jews. They established churches in many parts of the Roman empire, including Rome itself. Traveling from place to place, they sent letters to the already established churches.
Lydia, the first European convert
These letters reveal the high moral character of their authors. It is clear that they firmly believed what they wrote. Their voyages were arduous, and their preaching often met with violent opposition. Their only reward was spiritual. They gained nothing material from their work.
Why should they go through so much trouble if they knew they were lying?

What is the significance of the miracles Jesus and the apostles performed?

The miracles performed by Jesus and the apostles, recorded in the New Testament, are for unbelievers a reason to dismiss these testimonies as fairy tales. Many contemporaries of Jesus and the apostles witnessed the miracles or heard of them. These miracles convinced many of the spectators and hearers of the mission of Jesus and the apostles. The miracles were a sign of Devine's authorization. When the apostles left the Holy Land to spread the Word in the other parts of the Roman Empire, they performed miracles for the same reason as Jesus did. With these signs, they showed their hearers that they were men of God.
The apostles wrote letters to the churches they had established. They also wrote the Gospels and The Acts of the Apostles. The congregations read these scriptures and those of the Old Testament during their meetings and meditated upon them. When the apostles were no longer there, missionaries continued their work. The evidence for the veracity of their message was the written Word. There was no longer a need for miracles to convince their audience.
The credibility of the New Testament depends on the miracles. If we had only the story of Jesus as told by the apostles without the miracles, nobody in his right mind would doubt the veracity of the history.

Can you solve this paradox?

Now we arrive at this crucial paradox: the early Christians who witnessed the miracles believed the gospel, because of the convincing power of the Word and miracles. Modern readers tend to reject the gospel as fairy tales because of miracles.
One cannot dismiss the New Testament out of hand because it lacks historical evidence; it has a firm historical base.
The question is: do you believe the message it contains? It is up to you.


Sunday, August 20, 2017

The reliability of the New Testament. (2)

This is the sequel to an earlier article on the same topic.

In my previous article I stated, supported by ample evidence,  that the books of the New Testament were all written during the lifetime of the Apostles. A number of their contemporaries mentioned the books of the New Testament by name and often cited pieces of text.

How can we be certain of the integrity of the text of the New Testament?

What I mean by this question is this: how can we be sure that the New Testament contains the same text as the authors (the Apostles) have written? The problem is that there is no surviving copy (from the time of the Apostles) of even one of the books of the New Testament.

After the Apostles died, the following generations of Christians had to rely more and more on the written word the Apostles produced. During the 2nd century AD controversies arose about the interpretation of these texts. Except for Marcion (85-160 AD), who rejected the God of the Old Testament and began to purge the New Testament of Hebrew influence, all debaters based their arguments on the texts of the books of the New Testament. Even Celsus, a 2nd-century Greek philosopher who attacked Christianity, based his arguments on the works of the Apostles and never questioned their authorship. Christians began to write commentaries on the Scriptures (the Old Testament and the New Testament) and to answer critics of the Christian faith. These writings often contained extensive quotes from the books of the New Testament. Furthermore copies were made of the original epistles of the Apostles. These copies were also copied and so on. The same happened to the writings of the early Church Fathers.

For the most part only fragments survived. This seems to be a fatal blow to the integrity of the text of the New Testament. But it is not. There are thousands of fragments found at different places and at different times. From these fragments one has been able to compile three almost identical volumes of the New Testament. The fact that these fragments were found at different places and times is a strong argument against the accusation made by Islam that Christians corrupted the original text of the New Testament. How can that be? There were no central editors who would have altered the text before distribution. The original books of the New Testament were first distributed by the authors (the Apostles) themselves. Copies were later made by the recipient churches in places far remote from each other. These copies were again copied. The thousands surviving fragments of these copies can be compiled to multiple, almost identical, New Testaments. The differences between these copies of the New Testament are minor and not very significant. What seemed to be a weakness for the reliability of the text, the absence of a complete early copy of the New Testament and the need to rely on surviving fragments, is in fact an asset. The accusation that Christians have corrupted the text of the New Testament is absurd.

The books of the New Testament are written by men. The Gospels are as it were, eyewitness reports of the ministry of Christ. Like all eyewitness reports concerning a particular event, they sometimes differ. In this case there are differences but they do not contradict each other. They agree on the main narrative.

My conclusion is that the New Testament that lays in front of me on my desk, shows faithfully what the Apostles wrote.

A very illuminating article "Text and Manuscripts of the New Testament" by Charles Fremont Sitterly can be found here.

Tuesday, August 15, 2017

The reliability of the New Testament. (1)

Introduction.

In a discussion with Mr. Ali H.A. Altawati Alqurashi (one of my Arabic speaking tweeps, @Alitawati) we debated about some differences between the Koran and the New Testament. A major point was the crucifixion and the resurrection of Christ. The Koran denies these facts. Contradicting statements cannot both be true. Either the Koran speaks the truth or the New Testament does. My approach is not to attack the Koran but to faithfully defend the New Testament.

For this article I referred to "Evidences of Christianity" by William Paley (1743 - 1805), it is an excellent work which I highly recommend to anyone interested in the history of the establishment of Christianity. Another source is "The history of the Church" by Eusebius (260-340 AD).


When was the New Testament written?

An opinion one often encounters is that the New Testament was written hundreds of years after the life of Christ. For a number of reasons that is highly improbable:

  1. According to the evangelists Matthew (24:1), Mark (13:2) and Luke (21:6) Christ predicted that the Temple in Jerusalem would be destroyed. The destruction of the Temple by the Romans occurred in the year 70 AD. This event has never been mentioned by the authors of the New Testament. This strongly suggests that the apostles wrote the Gospels, Acts, Epistels and Revelations (which form the New Testament) before the year 70 AD. Would they have been aware of the destruction of the Temple, would they not had it almost triumphantly reported this as a proof of the fulfilment of the prophecy of Christ?
  2. The apostle Paul was executed in Rome sometime between 64 AD and 67 AD. The book "The Acts of the Apostles" (part of the New Testament) describes in great detail the events in which the apostles were involved. The adventurous travels of the apostle Paul are a real treat to read. Yet his death hasn't been reported, which suggests that the Acts were written before 64 AD.
    The travels of the apostle Paul as described in The Acts of the Apostles.
  3.  The apostle Peter (2 Peter 3:15) refers to the letters of the apostle Paul. This indicates that the epistles of Paul must have been known by the readers of the letters of Peter.
  4. Many early Church Fathers mentioned parts of the New Testament explicitly and/or quoted from them in words we now clearly recognize as words used by the Apostles. Some examples are:
    1. Clement, a companion of the apostle Paul, was the first bishop of Rome. He held office from 88 AD to 99 AD, when he died at the age of 101. He wrote an epistle in which he quoted words of Christ as we find them in the Gospels. He also evidently quoted from the Epistle to the Romans (by the apostle Paul), the Epistle to the Hebrews and the apostle Paul's First Epistle to the Corinthians. Of the latter Clement wrote: "Take into your hands the epistle of the blessed apostle Paul."
    2. At the end of the Epistle to the Romans the apostle Paul salutes a number of people, among them a certain Hermas who wrote a book called: The Shepherd. This book contains quotations from the Gospels of the apostles Matthew, Luke and John and a probable allusion the Acts.
    3. Ignatius became bishop of Antioch about 70 AD. The apostle Paul started his travels from Antioch. Probably Ignatius would have known Paul and the other Apostles. Polycarp, a contemporary of Ignatius, referred to epistles of the latter. These epistles contain quotes from the Gospels of the apostles Matthew and John. Ignatius mentions the apostle Paul with great respect and refers to the apostle's Epistle to the Ephesians by name and quotes parts of it.
    4. Polycarp (69-155 AD) was a pupil of the apostle John. There is one known epistle of Polycarp which includes almost 40 references to the books of the New Testament. He also confirms the use of the Lord's Prayer by the early Christians.
    5.  Papias (60-130 AD), also a disciple of the apostle John. Eusebius, the famous early Church historian, quotes from a work of Papias. This particular work has since been lost but thanks to Eusebius we know the contents. Papias writes specifically about the Gospels of the apostles Matthew and Mark.
The men mentioned above were, with the exception of Eusebius, all contemporaries of the apostles. They cited from the Gospels, the Acts and the Epistles. That proves that these books were in existence at that time.

During the first years of early Christianity a lot of churches were established by the apostles in many parts of the Roman Empire. The first Christians were instructed by the apostles by word of mouth and by letters and copies of the Gospels. There are indications that these documents circulated among the early churches. As the early Christians knew the apostles in person they had no difficulty in recognizing the letters and other documents sent to them or handed over to them personally. There was no need for a canon or catalogue of the books of the New Testament at that time.