Van der Staaij en Voordewind pleitten tevergeefs.
Bovengenoemde kamerleden hebben gepleit voor het voorrang geven aan asielzoekende christelijke
vluchtelingen uit het Midden Oosten. Ze wijzen er op dat enkele Europese landen al reeds daartoe zijn overgegaan. De regering houdt de boot af met het slappe, politiek correcte argument dat men geen onderscheid wil maken.
Wat zijn de argumenten van Van der Staaij en Voordewind?
- Christenen vormen een bedreigde minderheid in praktisch het gehele Midden Oosten.
- In de lokale vluchtelingenkampen worden zij wederom achtergesteld door Moslims.
- Ze hebben in het Midden Oosten geen enkele veilige opvang.
- Christelijke vluchtelingen passen zich hier gemakkelijk aan, zijn goed ontwikkeld en spreken heel vaak goed Engels.
- Er is geen sprake van een moeilijk te overbruggen religieuze kloof die later hier voor problemen kan zorgen.
Waarom nu wel onderscheid maken?
Als Christen ben ik natuurlijk niet neutraal, maar dat wil niet zeggen dat ik moet zwijgen. We moeten die mensen helpen om dat ze in dat gebied tot de meest vervolgde groeperingen behoren. Het excuus van de regering om geen onderscheid te willen maken, met een impliciete verwijzing naar het grondwetsartikel over gelijke behandeling, gaat hier niet op. De positie van de christelijke vluchtelingen is in het Midden Oosten werkelijk niet gelijk aan de positie van gevluchte Moslims.
Juist vanwege die voortdurende discriminatie die Christenen in het Midden Oosten ondervinden is het beginsel van gelijke behandeling bij gelijke omstandigheden niet op hen van toepassing. Hun omstandigheden zijn daar niet gelijk aan die van de Moslims. Daarom moeten wij ze helpen en met voorrang.
No comments:
Post a Comment