Translate

Thursday, July 19, 2012

Verdriet en tegenslag (3)

Waarom nog een keer over verdriet en tegenslag?
Deze kikker weet het ook niet
In een paar vorige columns beschreef ik hoe ik in 1992 over de gevolgen van een herseninfarct heen kwam. Dat was een min of meer feitelijk relaas over de stappen die ik ondernam om er weer bovenop te komen. Je zou de indruk kunnen krijgen dat het verwerken van tegenslag een puur verstandelijke zaak is, niets is minder waar. Wat toen niet aan de orde kwam was het emotionele verdriet, hoe kom je daar overheen?

De kikker is geschilderd door Jeroen Verhoeff, Toen ik het plaatje zag bedacht ik dat de kikker het ook niet weet. Het is niet uit te leggen maar ik vind het een troostrijke en vrolijk makende gedachte.

Het verdriet.
De dag na de ziekenhuisopname kreeg ik een verschrikkelijke hoofdpijn. Het was een niet te beschrijven pijn die allesoverheersend was. Ik was natuurlijk bij bewustzijn maar ik kon niet denken, ik lag alleen maar de golvende pijn op te vangen. Dat duurde drie dagen, het was werkelijk verschrikkelijk. Na drie dagen was het opeens over. Ik mocht in een stoel gaan zitten en zat daar alleen in de kamer en keek naar het bed waarin ik zo had geleden. Plotseling barstte ik in tranen uit en huilde om het erge wat me was overkomen. Het was een diep verdriet wat je met logisch redeneren niet weg kunt krijgen. Ik was ontroostbaar.

Emotionele troost.
De deur ging open en een oude man stapte binnen. Het was een heel eenvoudige man, helemaal niet geleerd of zo. Het was een gelovige man, God had het in zijn hart gelegd om zieken te bezoeken. De man zag wat voor een verdriet ik had en wist met eenvoudige woorden mijn hart te raken. Hij had pas zijn vrouw verloren en wist dus uit eigen ervaring wat verdriet was. De troost voor mijn verdriet was volkomen, toen hij weer vertrok nam hij als het ware mijn verdriet mee en dat verdriet is nooit meer teruggekomen.

Verstandelijke troost.
De volgende dag zat ik weer in de stoel, het verdriet was weg maar daarvoor in de plaats waren grote zorgen gekomen. Het herseninfarct had me uit een drukke en mooie baan weggerukt en het was helemaal niet zeker of ik ooit weer zou kunnen werken. Met deze en dergelijke gedachten werd ik behoorlijk gekweld en ik kwam er niet uit.
De deur ging open en de ziekenhuispastor stapte binnen. Het tegendeel van de oude man van een dag eerder. Jonger, een intellectueel en zo bleek, een intelligent gesprekspartner. Hij vroeg hoe het met me ging en ik vertelde hem van al mijn zorgen. Stuk voor stuk besprak hij die met me en op de een of andere manier zat er bij elk punt wel een mogelijke oplossing. Hij liet me zien dat mijn toestand niet hopeloos was. Toen hij vertrok waren mijn zorgen verdwenen.

Moraal van dit verhaal.
Daar heb ik werkelijk geen flauw idee van. Dat zal je zelf moeten bepalen, ik ken je omstandigheden niet en ik waag me dus niet aan allerlei goedbedoelde algemeenheden.
Voordat ik met deze column begon twijfelde ik eraan of ik het wel zou schrijven, omdat ik er geen moraal voor kan aanwijzen. Maar ik kreeg het vertrouwen om het toch te schrijven. Wat je er aan hebt kan jij alleen bepalen en dat is goed.

No comments:

Post a Comment